Dialoog over de toekomst van radioactief afval

Geologische berging als passief en veilig systeem

Bij diepe of geologische berging wordt het afval enkele honderden meters onder de grond afgezonderd in een geschikte, stabiele aardlaag. Het radioactief afval wordt bovendien omhuld in bijvoorbeeld metalen en betonnen mantels die gedurende de eerste periode van enkele duizenden jaren het afval insluiten.

Het is de combinatie van de kunstmatige barrières (onder meer beton en metaal) en de natuurlijke barrières (het gastgesteente) die zorgt voor afscherming van het afval gedurende honderdduizenden tot een miljoen jaar van de biosfeer (het gedeelte van de aarde waar leven mogelijk is).

Diepe of geologische berging wordt gezien als een eindbestemming die op een ‘passieve manier’ het radioactief afval langdurig afschermt van mens en milieu. Met passief bedoelen we dat de veiligheid op lange termijn niet afhankelijk is van verder menselijk toezicht of ingrijpen. 

Actief toezicht is enkel nodig zolang het afval in de installatie wordt ingebracht en zolang de galerijen niet worden afgesloten. Na afsluiting zou de geologische berging voor de volgende generaties geen lasten of verplichtingen meer met zich mee mogen brengen. 

Bescherming op 3 niveaus

Geologische berging biedt volgens NIRAS drie niveaus van bescherming:

Geologische berging biedt 3 niveaus van bescherming
  1. Afzondering: met geologische berging zonderen we het afval af van mens en milieu. Het wordt ondergebracht in een geologische laag, die dik en diep genoeg is, en die stabiel blijft over heel lange termijn. Veranderingen aan het aardoppervlak, waaronder klimaatveranderingen, hebben er geen vat op.
  2. Insluiting: het radioactief afval wordt verpakt in verschillende materialen. Die houden de radioactieve stoffen ingesloten en houden de straling tegen. Ze zijn zo ontworpen dat ze vele honderden tot duizenden jaren kunnen standhouden. Als verpakking voor hoogradioactief afval kan bijvoorbeeld gekozen worden voor zogenaamde supercontainers. Die bestaan uit verschillende lagen van achtereenvolgens inox, beton en koolstofstaal (van buiten naar binnen).
  3. Vertraging: na verloop van duizenden jaren of langer raken de verpakkingen en het afval onvermijdelijk aangetast. Wanneer dat gebeurt, vervult het gastgesteente zijn rol als natuurlijke barrière. De aardlaag waarin de geologische bergingsinstallatie is ondergebracht speelt hierbij een belangrijke rol: die moet zo gekozen zijn dat de radioactieve stoffen zich slechts heel traag verspreiden zodat ze uitdoven binnenin het bergingssysteem of voldoende verdund zijn als ze ooit aan de oppervlakte komen of in contact komen met de biosfeer. De stralings- en toxiciteitsniveaus van de stoffen moeten onder de natuurlijke niveaus blijven.

Hoogradioactief en langlevend afval samen? 

Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) stelt dat langlevend laag- en middelactief afval geborgen moet worden in stabiele geologische formaties op enkele tientallen tot honderden meters diepte. Hoogradioactief afval (dat warmte afgeeft) moet op enkele honderden meters diepte of meer worden geborgen.

Deze twee afvalcategorieën kunnen ook in een gemeenschappelijke berging worden ondergebracht (zoals ook NIRAS voorstelde in haar Afvalplan uit 2011), maar dan wel op enkele honderden meters diepte en met inachtneming van de specifieke kenmerken van het afval.