Dialoog over de toekomst van radioactief afval

Maatschappelijke aspecten

Het creëren van een draagvlak voor het aanvaarden van een bergingsfaciliteit is minstens even groot als de technische uitdaging. Zo heeft NIRAS vandaag al een aantal partnerschappen lopen. Deze partnerschappen beperken zich tot het kortlevend laag- en middelactief afval (afval van categorie A), zonder engagement voor het hoogradioactief en langlevend afval.

STORA en MONA

In 1998 besliste de federale regering dat de zoektocht naar een geschikte bergingslocatie voor laag- en middelactief kortlevend afval via een participatief traject moest gebeuren. Dat betekent dat de lokale bevolking van mogelijk geïnteresseerde gemeenten van bij het begin betrokken moest worden. Onder andere buurgemeenten Dessel en Mol waren bereid om met NIRAS een eventueel bergingsproject te onderzoeken, alsook de gemeenten Fleurus en Farciennes. Er werden drie partnerschappen opgericht om de inwoners te vertegenwoordigen: STORA in Dessel, MONA in Mol en PaLoff in Fleurus/Farciennes.

Elk partnerschap werd gevraagd een voorontwerp voor het bergingsproject te ontwikkelen, met daarin een technisch ontwerp van een bergingsinstallatie op het eigen grondgebied en de voorwaarden waaronder de gemeentes die installatie zouden aanvaarden. In 2005 keurden de gemeenteraden van Dessel en Mol de voorontwerpen van hun partnerschappen goed. De gemeenteraad van Fleurus verwierp het voorstel van PaLoFF in 2006, waarop de gemeenteraad van Farciennes geen uitspraak deed over het dossier. De federale regering besliste in datzelfde jaar dat de bergingsinstallatie in Dessel zou komen. 

Ook vandaag zijn de partnerschappen nog nauw betrokken bij de uitwerking van zowel de technische als de maatschappelijke aspecten van het bergingsproject voor categorie A-radioactief afval. Aangezien de partnerschappen de stem van de lokale gemeenschap vertolken, nemen ze ook een kritische rol op in de uitwerking van het oppervlaktebergingsproject. Ze volgen het hele project van nabij op en zorgen ervoor dat er rekening gehouden wordt met de bezorgdheden van de inwoners van Dessel en Mol, vandaag en in de toekomst.

De regeringsbeslissing hield ook in dat de maatschappelijke voorwaarden van de partnerschappen met STORA en MONA moesten gerealiseerd worden. 

Tabloo 

Een van die voorwaarden was de oprichting van Tabloo, een bezoekers- en ontmoetingscentrum. Het is een levendige ontmoetingsplek waar Desselaars en Mollenaars activiteiten organiseren en het gemeenschapsleven een flinke boost geven. Maar ook een centrum dat 300 jaar lang de herinnering aan de lokale bergingsinstallatie levendig moet houden. 

Lokaal Fonds

Een andere voorwaarde was de oprichting van het Lokaal Fonds. NIRAS richtte dit op om lokale projecten en activiteiten in regio van de bergingssite voor het radioactief afval van categorie A te ondersteunen. Zo wil het Lokaal Fonds in Dessel en Mol een meerwaarde creëren en de levenskwaliteit verhogen. Op die manier kan ook een draagvlak voor de berging gecreëerd en bestendigd worden, ook bij de toekomstige generaties. Want zij hebben eveneens te maken met de berging in Dessel.

Voor het Lokaal Fonds werd in 2019 een startkapitaal van 110 miljoen euro voorzien. Die som wordt belegd, enkel de opbrengsten ervan worden gebruikt om projecten en activiteiten te financieren. Aan het beginvermogen wordt niet geraakt (net zoals bijvoorbeeld het Fonds van Alfred Nobel waaruit de jaarlijkse Nobelprijzen worden gefinancierd). 

De gemeenschappen van Dessel en Mol ontvangen elk een gelijk deel van de opbrengsten uit het fonds en beslissen zelf waarvoor ze het geld voor gebruiken.