Ga zelf aan de slag!

Maak je keuze uit onze methodieken:

Het gewone tafelgesprek (minder dan 15 deelnemers)

Voor relatief kleine groepen stellen we de meest laagdrempelige gespreksvorm voor die er bestaat: het gewone tafelgesprek. Een tafel, stoelen en wat gespreksstof, meer heb je niet nodig.

De gespreksstof leveren we aan in de vorm van 5 eenvoudige informatiefiches. Elke fiche sluit af met een aantal vragen om het gesprek op te starten. Je kan de fiches afprinten of presenteren met PowerPoint. Kies er met jouw groep een of meerdere thema’s uit en start het gesprek. Bezorg je ons nadien de conclusies van het gesprek, dan integreren we jullie ideeën in ons eindrapport.

Materiaal om te downloaden:

Bewegende posities (15 tot 30 deelnemers)

Voor iets grotere groepen ontwikkelden we een stellingenspel. Het startpunt zijn 10 stellingen, 2 per thema. Na een inleiding en situering van de gespreksleider, kiest de groep een 3-tal stellingen waarvan de meningen van de deelnemers uit elkaar liggen.

Creëer met schilderstape een grote 7-puntenschaal op de grond. Een groep deelnemers neemt individueel een positie in op de schaal, naargelang ze het meer of minder eens zijn met een eerste stelling. Vervolgens vraagt de gespreksleider aan iedere deelnemer waarom die juist op die positie is gaan staan. Op basis van de argumenten die worden uitgewisseld, kunnen deelnemers beslissen om van positie te veranderen. De gespreksleider kan ook uitdagen om eens de tegenovergestelde positie in te nemen en daarvoor argumenten te bedenken.

Na 15 tot 20 minuten uitwisseling met de groep deelnemers op de schaal, betrekt de gespreksleider ook de ruimere groep: wat vinden zij van de kwaliteit van de argumenten, missen ze iets? Daarna begeleidt de gespreksleider de groep naar enkele eindconclusies over deze stelling en wordt het resultatenblad ingevuld.

Dan start met een ander deel van de groep op de 7-puntenschaal de bespreking van een tweede en – daarna – een derde stelling.

Materiaal om te downloaden:

Het praatcafé (15 tot 150 deelnemers)

Voor grote groepen is de klassieke methodologie van een Praatcafé ideaal. Per groepje van zo'n 6 deelnemers is er een tafel. Daarop ligt de basisuitleg over 1 van de 5 thema’s (zijn er meer dan 5 groepen, dan komen sommige thema’s dus meermaals aan bod) en een groot invulblad. Na een korte inleiding van de gespreksleider kiezen de deelnemers hun eerste gesprekstafel.

2 basisvragen sturen het gesprek: ‘Waarom vinden jullie dit thema belangrijk?’ en ‘Wat zijn voor jullie belangrijke aandachtspunten waar beleidsmakers zeker rekening mee moeten houden?’. Na 35 à 40 minuten kunnen de deelnemers voor een andere tafel kiezen, met een ander thema.

Eén iemand blijft telkens achter om de nieuwkomers aan de tafel mee te nemen in de gedachtegang van de groep ervoor. Daarop wordt dan verder gebouwd en bijkomende ideeën worden op het invulblad geschreven. Na een half uur wordt er nog éénmaal doorgeschoven.

Op het einde gaan alle deelnemers terug hun oorspronkelijke tafel. Ze lezen alles wat er werd opgeschreven en in het daartoe voorziene vak formuleren ze de 5 belangrijkste conclusies rond dit thema.

Materiaal om te downloaden: